10- ‘Ik geloof’

 

Ik geloof dat in elk mens klein, of groot,
een vonkje gloeit.
Ik geloof dat elk mens tot dat Grote hoort,
Iets in hem bloeit.
Ik geloof dat elk wezen ook nog zo klein,
eens verrijst, tot zijn Grootste Zijn ...
Ik geloof, … Ik geloof …

Ik geloof dat in de storm, de meest gebroken stem,
nog wordt gehoord.
Dat elk deeltje in het heelal eens op zal staan,
in een nieuwe geboorte.
Als een zaadje schijnbaar verloren, doelloos en klein,
de aardegrond, tóch overstijgt …
Dan zie ik een geheim, dan zie ik een geheim …

Het spel van seizoenen, het zaaien het groeien,
De maannacht, een kind dat lacht,
een moeder die verwacht …

Elke dag …. een geheim …