11- ‘De levensboom’

 

Als takken in de wind, door storm uiteengeslagen,
staan wij hier tezamen, als een vrucht gevallen is.
Levensdoel en zin, verdrinken in gevoelens,
als wij ons houvast stoelen, op ‘t uiterlijk gemis.

Wat vrucht geworden is, verspreid eens bloesemgeuren,
om het leven op te beuren, groeiend aan de levensboom.
Ze geeft het leven door, door liefde uit te dragen,
beantwoordt alle vragen in de grote levensstroom.

Maar bij het laatst vaarwel, gaat een deel van ons heen,
voelen wij ons verlaten, maar we staan niet echt alleen.
Ook al vallen bladeren neer, als tranen een voor een.
Toch weten we ons verbonden met de stroom,
de liefde van de levensboom.

Zo staan wij hier tezamen, waarin een vrucht voldragen,
Het zaad heeft opgeslagen, voor ontkiemend nieuw begin.
De geest die breidt zich uit, waar Liefde weet te stromen,
wordt het leven opgenomen in de Grote Levenszin.

En bij het laatst vaarwel, gaat een deel van ons heen,
maar staan geworteld in het weten, een weerzien komt er weer.
Ook al vallen bladeren neer, als tranen een voor een.
We weten ons verbonden met de stroom,
de liefde van de levensboom
Toch weten we ons verbonden met de stroom,
de liefde van de levensboom.