01- ‘Wonder’

Als je vrede vindt in het licht van helder weten,
dat zolang gehuld was in een dichte mist.
Maar nu aan onbewustzijn is ontstegen,
een belofte eens gesproken opnieuw onthuld.

Een tere bloem, een vlindervlucht, een knop die openspringt,
de bloesem die jouw hart vervult , met stille verwondering.
De sterrennacht, een kind dat lacht, de zee die in ritme leeft,
jouw adem die in jou beweegt, het wonder dat je leeft.

Als je ‘t spel ziet van de zon, die de laatste stralen,
uitgooit over land en oceaan.
En die kleurenpracht jouw hart zo weet te raken,
en jou vertelt van dieper Wezen in jouw bestaan.

Een tere bloem, een vlindervlucht, een knop die openspringt,
de bloesem die jouw hart vervult , met stille verwondering.
De sterrennacht, een kind dat lacht, de zee die in ritme leeft,
jouw adem die in jou beweegt, het wonder dat je leeft.

Als de klank van ‘t leven je hart heel zacht laat trillen,
en ontroering jou in stilte stil doet staan.
En het besef van al die pracht jou zacht doet zingen,
‘t ís de schoonheid van jouw Zelf die is opgestaan.

Leef dan als een koning, leef als een kind,
dat na verre reis zichzelf weer vindt.
Leef in de vervulling, van wie je werkelijk bent.
Want de schoonheid diep in jou, is werkelijk ongekend.