06- ‘Welkom thuis’

 

Er leeft een kind diep in jou, eenzaam en gebroken,
wachtend in de kou, wachtend op jou.
Er leeft een kind diep in jou, met stukgeslagen dromen,
verwond en verward, verkild en verstard.

En het wacht daar in stilte, op ontmoeting en begrip,
één zacht woord , een teder gebaar.
Hunkerend naar een nieuw beginnen,
naar wat eerlijk is en waar,
Dat zegt: ‘Kom nu maar, alles is nu klaar,
je bent weer thuis…'

Er leeft een kind diep in jou, met nieuwe hoop in de ogen,
in het voelen van jouw trouw, niet langer meer die kou.
Er leeft een kind diep in jou,
een nieuwe morgen aangebroken,
een glimlach breekt nu baan, jouw bange kind is  opgestaan.

En dan nu een samen ingaan,  in de éénheid van bestaan,
voorbij ontkenning, schaamte en schuld.
In het leven samen opgaan, niet langer afgescheiden bestaan,
Want dat kind van jou, dat hoort echt bij jou,
Welkom thuis….