Huurrecht Bedrijfsruimte

Voor de huur en verhuur van bedrijfsruimte gelden verschillende wettelijke huurregimes, die ieder hun eigen dwingendrechtelijke huurbeschermingsregels kennen. Een huurder van middenstandsbedrijfsruimte (zoals hotel, restaurant, café, afhaal- of besteldienst, winkel) geniet minder bescherming dan een huurder van een kantoorruimte (zoals opslagruimte, showrooms, fabrieken). Het onderscheidt tussen de twee regimes is met name als het gaat om de beëindigings- en ontruimings van de huurovereenkomst.

Huurovereenkomst

Een huurovereenkomst voor middenstandsbedrijfsruimte mag alleen worden opgezegd tegen het einde van een huurtermijn. Is de huurovereenkomst bijvoorbeeld voor de duur van 5 + 5 optiejaren aangegaan, dan mag de huurovereenkomst pas tegen het eerste vijf jaar worden opgezegd met een opzegtermijn van minimaal één jaar, dus in het vierde jaar. De huurovereenkomst mag alleen worden opgezegd indien er sprake is van één van de limitatief in de wet opgenomen opzeggronden: de bedrijfsvoering van de huurder is niet zoals een goed huurder betaamt en/of de verhuurder wil het gehuurde persoonlijk in duurzaam gebruik nemen en heeft het gehuurde daartoe dringend nodig (“dringend eigen gebruik”). Als de huurovereenkomst wordt opgezegd na tien jaar, dan zijn er additionele opzeggingsgronden. Gaat de huurder niet akkoord met de beëindiging van de huurovereenkomst, dan moet de verhuurder naar de rechter om de einddatum van de huur vast te stellen. De huurder kan daarbij een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten vorderen in geval de huurovereenkomst toch wordt beëindigd.

Onruimingsbescherming

Bij kantoorruimtes geldt een ontruimingsbescherming. Dit houdt in dat de huurder het pand niet direct hoeft te ontruimen als de verhuurder de huurovereenkomst opzegt, maar twee maanden de tijd heeft om het gehuurde te ontruimen. Als de huurder genoemde twee maanden te kort vindt, kan de huurder naar de rechter om de periode maximaal drie keer te verlengen, telkens met de duur van maximaal 1 jaar. Het verzoek van de huurder moet worden ingediend binnen twee maanden na het tijdstip waartegen de schriftelijke ontruiming is aangezegd en uiterlijk één maand voor het verstrijken van iedere termijn. Het verzoek wordt alleen toegewezen als de belangen van de huurder door de ontruiming ernstiger worden geschaad dan die van de verhuurder bij voortzetting van het gebruik door de huurder.

Wij adviseren en begeleiden u bij het opstellen of het aangaan van een huurovereenkomst en staan u bij tijdens juridische procedures. 

  • Opstellen huurovereenkomst
  • Verhoging of verlaging van de huurprijs 
  • Opzegging en ontbinding huurovereenkomst
  • Tussentijdse beëindiging huurovereenkomst
  • Indeplaatsstelling